vrijdag 26 september 2014

Gevulde speculaas.

Na het plotselinge begin van de herfst leken we ook maar gelijk door te stoten naar de winter: de eerste nachtvorst kregen we minder dan 48 uur later. Twee minusgraden, zoals dat hier genoemd wordt, op anderhalve meter hoogte tegen het huis aan. Een paar straten verderop heeft een kennis min vijf gemeten.

Helaas hadden we deze week het soort weer wat mijn vervelende herinneringen aan typisch Nederlandse winters naar boven bracht: alle mogelijke grijstinten, wind, zeven graden, en motregen zodra je op de fiets stapt om naar het werk te gaan. Ik had daardoor de hele week zin in warme chocolademelk en een stuk speculaas, een gróót stuk gevúlde speculaas. En dat bestaat hier niet. De speculaas, bedoel ik.

Schoonmoeder's kerstpakket van vorig jaar heeft het gered, want dat bevatte twee potjes speculaaskruiden. Op vrijdagen ben ik vrij, zo ook vandaag, en precies op het moment dat ik dit schrijf probeer ik Richard in te stralen zodat hij koffie gaat maken. Het lijkt te werken, naar de keukengeluiden te oordelen. De speculaascake is al klaar, ik heb er wat extra amandelaromadruppels in gedaan voor het betere ''gevulde'' effect.

Buiten trekt de wind flink aan, straks gaat het regenen volgens het weerbericht, ik heb de eerste kaarsen van dit seizoen in de kandelaars gezet, de honden zijn terug van een grote wandeling, dus ik sluit dit stukje af en ga met een handwerkje op de bank. Morgen zon en vijftien graden, wederom volgens het weerbericht, en dat is voor mij het voordeel van een Nederlandse winter in Zweden: die duurt niet zo lang.

Ik loop op zonne-energie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten