vrijdag 22 januari 2016

Kantoor in de keuken.

Nu staat het sein weer op veilig, en is de keuken vrijgegeven: volgende week kan ik met een gerust hart de inventarisatie én de papieren voor de belastingaangifte bij de accountant afgeven. Ik heb me er wekenlang op voorbereid, mappen en lijsten doorgeploegd, zodat ik vanmorgen de keukentafel plus aangrenzende stoelen en vensterbanken tot kantoor uitriep. Zowel de printer als de kopieerder/scanner werden op tafel geparkeerd, en de huisgenoten werden gewaarschuwd dat ik wel eens een erg slecht humeur kon hebben vandaag. Aangezien ze mijn aura met stekeltjes weleens eerder hebben meegemaakt werd de keuken daadwerkelijk zoveel mogelijk gemeden.

Dat werkte. 
Alles zat mee, zelfs de printerinkt was niet opeens op, er zat voldoende water in de espressomachine, een nieuw pak capsules ernaast, het kopieerpapier lag waar het hoorde te liggen, de nietjestang was vol, internet viel niet uit, en de honden waren superbraaf toen we na de lunch een partijtje gingen snelwandelen. Er bleek ook al iemand een grote thermoskan thee te hebben gezet.

Dan had ik nu ook eindelijk geduld en "puf" ("ork" op z'n Zweeds) om het Kankerfonds en Artsen zonder Grenzen te mailen. In de jaren na het overlijden van mijn vader zijn blijkbaar de automatische incasso's en machtigingen daarvoor door blijven lopen. En heeft zelfs de oude trouwe hulp uit Renkum (werkelijk, die is haar gewicht in goud waard!) die instanties over het hoofd gezien, toen ze een hele dag aan de computer en telefoon kwam zitten om zaken en dingen en abonnementen op te zeggen. Maar nu ik dacht dat ik alle zaken dienaangaande had geregeld, en de bankrekening op had laten heffen, kreeg ik toch nog een paar brieven van de bank dat ze opdrachten niet hadden kunnen uitvoeren.

Uiteindelijk heb ik niet alleen die zakelijke dingen gedaan, maar ook nog een hoop mailtjes verstuurd met adreswijziging en een korte update vanuit huize Lazar naar al diegenen die tot "de oude garde" behoren. Naaste vrienden van mijn ouders bijvoorbeeld, die altijd zo geïnteresseerd in en aardig voor mij waren en nog steeds zijn, al hebben we amper contact. Kortom, mensen die ik toch niet ongemerkt wil laten verdwijnen. Categorie "uw vrienden zijn mijn vrienden", maar zo is het niet eens alleen maar, ik weet niet goed hoe ik het zeggen moet. Ze zijn me dierbaar omdat ze zo enorm veel van mijn ouders hielden, en mijn ouders van hen. Gek genoeg zijn dat de mailtjes en briefjes waar ik de meeste moeite mee heb, niet omdat ik er geen zin in heb, integendeel, misschien meer omdat ik weet dat die berichtjes zo vreselijk belangrijk voor hen zijn? 

Dus nu ben ik tevreden, moe en voldaan. En opgelucht.
Ondertussen is Richard ook nog met een auto vol boekendozen naar de torp op en neer geweest, Yuri had een zelfstudiedag van school en heeft lekker op de bank zitten werken, Gaia lag gezellig te luieren, en alleen Asso vond het een waardeloze dag. Die kwam om de zoveel tijd bij me kijken of ik al zin had in een spelletje. Hij heeft daar tot ná het avondeten op moeten wachten...




Geen opmerkingen:

Een reactie posten